Soms heb ik van die spinsels. Ideeën. Meningen. Gevoelens. En weet ik niet zo goed wat ik er mee moet. Vooral als ik hoor dat een cliënt of meerdere cliënten ergens moeite mee hebben. Dan gaan mijn haren overeind staan en staat mijn brein op scherp. Wat speelt er dan precies? Waar zitten zij mee? Maar vooral ook hoe kan dit opgelost worden? En wat kan IK doen? Afgelopen week in het POWER-café was het zo ver. Mijn haren overeind, mijn brein op scherp. Flitsen voor mijn ogen. IK MOET HIER IETS MEE! Maar wat? Ik heb geen idee.
In d’n Tref werd gepraat over het hebben van huisgenoten. Wat doe je als je botst met je huisgenoot? Hoe logisch ook, voor mij een echte eyeopener, ik kies mijn huisgenoten, cliënten niet. Dit met de nodige gevolgen. Het kan zijn dat je met iemand in één huis woont die snel je irritatieprikkel raakt. Soms wordt je er zelfs wat agressief van. Tja, en dan komt mijn tweede eyeopener: privacy. Waar moet je met deze gevoelens toe als je op een leefgroep woont samen met andere cliënten? Je eigen kamer? En daar alleen je gevoelens verwerken? Stilletjes, want ja horig is het ook.
Moeten er speciale agressieruimtes komen? Hoe komen cliënten daar dan? Is dit eigenlijk wel de juiste oplossing? Wat kan er nog meer? Wat zeggen cliënten? Hebben zij eigenlijk wel een probleem?
En ik ben weer terug bij mezelf. Mijn haren weer in de normale stand, mijn brein leunt achterover, mijn ogen zien weer scherp. IK MOET hier niets mee. En toch is er wel een duidelijk signaal afgegeven waar cliënten mee aan de slag kunnen. Precies daarvoor is het POWER-café. Cliënten komen met elkaar in gesprek en komen tot ideeën die zij samen op kunnen pakken. Soms met wat hulp hier en daar. Het gesprek gaat verder over het doen van leuke dingen met je huisgenoten en het hebben van vriendschappen.